Overdenken

In 7 stappen stoppen met overdenken

overdenken

1. Verander de manier waarop je tegen jezelf praat

Als je voortdurend tegen jezelf zegt dat je iets niet kan, het onmogelijk is en je geboren bent voor het ongeluk, dan zal je dit ook gaan creëren in je leven. Het wordt tijd dat jij jezelf naar waarde schat en als je iets écht wil, je wéét dat je het recht hebt om dat te kiezen.

 

Doe-oefening: maak twee kolommen en schrijf links op welke destructieve gedachten jij hebt over jezelf. In de rechtse kolom schrijf je hoe je die gedachten constructief kan maken. Herhaal dit zo vaak als nodig, tot je geheugen automatisch de constructieve gedachten naar boven haalt.

 

 

2. Laat het verleden los

Misschien heb je eerder al eens iets geprobeerd wat je nog steeds graag wil en is dat toen niet gegaan zoals gehoopt. Mogelijk heb je daar veel uit geleerd en kan je die ervaring nu nuttig gebruiken. Weet ook dat je nooit 100% klaar bent om iets nieuws te proberen, maar dat elke stap die je neemt eentje is die je vooruit helpt.

 

Doe-oefening: schrijf op wat goed ging en wat je geleerd hebt. Waar heb je het meeste nood aan?

 

 

3. Leef in het nu
Een overdenker zit met zijn gedachten bij de toekomst of bij het verleden en vaak bij allebei. Op die manier verlies je de kracht en het geluk van het huidige moment. Je focus in het NU houden is heel eenvoudig en kost jou slechts 5 min per dag.

 

Doe-oefening: Focus op je ademhaling en sluit je ogen. Neem waar wat je voelt (je stoel of je bed onder jou, je voeten op de grond, de wind,…), wat je ruikt, wat je proeft en wat je hoort. Op die manier breng je jezelf instant in het nu.

 

 

4. Daag je gedachten uit
Overdenkers geraken sneller verstrikt in gedachten, elke prikkel is voldoende om je af te leiden. Zo is het vaak moeilijk om je op 1 zaak te concentreren omdat je gedachten van de hak op de tak springen. Leer jouw gedachten om zich te focussen.

 

Doe-oefening: Als je merkt dat een gedachte jou afleidt, visualiseer dan een grote ballon boven je hoofd. Steek deze gedachten in die ballon en laat de ballon van je wegdrijven. Vind je de gedachte toch te belangrijk om weg te laten drijven? Bewaar deze dan in een denkbeeldig doosje en plaats dat doosje in de kelder of zolder van je huis (denkbeeldig). Zo kan jij kiezen wanneer je met deze gedachte aan de slag gaat. Geeft jou dit alsnog stress? Schrijf de gedachte op en neem dit op als je hebt afgerond waar je mee bezig was.

 

 

5. Focus op wat je wél kan veranderen
Hoe een ander reageert, welke beslissing een gemeentebestuur maakt over jouw woning, wat een buurman zegt, soms heb je geen enkele controle op hoe iets in je leven verandert. Focus je op wat je wél kan veranderen, namelijk je reactie op die situatie. Kijk wat je wél kan ondernemen, iets waarbij jij jezelf beter voelt.

 

Doe-oefening: Schrijf op welke taken je gaat uitbesteden en welke taken je zelf kan doen, al dan niet met hulp van iemand. Plan nadien deze klus in je agenda en ga hiermee aan de slag. Wat is afgewerkt, kan je uit je hoofd halen.

 

 

6. Onderzoek je angsten
Vaak zijn jouw angsten irrationeel, zo erg dat ze in je hoofd veel erger zijn dan ze in werkelijkheid ooit zullen zijn. Ga na waar deze angsten vandaan komen en wat je eraan kan doen.

 

Doe-oefening: Onderneem iets! Ga hulp zoeken voor je angsten, ga op onderzoek uit, probeer je angsten te overwinnen. Door te ondernemen zal je zelfvertrouwen groeien.

 

 

7. Schrijf oplossingen op
In plaats van je te focussen op alles wat fout gaat, schrijf op wat oplossingen zouden kunnen zijn.

 

Doe-oefening: schrijf op wat de problemen zijn en ga voor elk probleem een mogelijke oplossing bedenken. Op die manier zal je geheugen de aandacht verleggen naar oplossingsgerichte mogelijkheden.